Afleiden of opruimen over rivierbeheer

In het kader van de Spankrachtstudie is het afgelopen jaar onderzocht op welke wijze een mogelijk toekomstige maatgevende afvoer van 18.000 m3/s van de Rijn en 4.600 m3/s op de Maas veilig naar zee afgevoerd kan worden, rekening houdend met een zeespiegelstijging van circa 60 cm.

Al snel werd duidelijk dat maatregelen in het winterbed, zoals zomerbedverdieping en uiterwaardverlaging, tekort schieten en dat wellicht binnendijkse maatregelen overwogen moeten worden. Gedacht wordt aan retentiegebieden, dijkterugleggingen en groene rivieren.

Besluiten hierover zijn ingrijpend voor betrokkenen, en vormen bovendien voor de huidige generatie rivierkundigen en waterbeheerders onbekend terrein wat betreft mogelijkheden, uitvoerbaarheid en waterloopkundige consequenties.

Wie de geschiedenis van Rijkswaterstaat bestudeert merkt op dat vergelijkbare discussies zich de afgelopen eeuwen eerder voltrokken. De weerslag hiervan is in de archieven te vinden als een rijke verzameling studies en plannen waarin inzichten en voorstellen gepresenteerd werden, en rapporten waarin ze bediscussieerd, aangenomen of verworpen werden.

Om te kijken wat we hiervan kunnen leren voor de huidige praktijk, is in het kader van de Spankrachtstudie door Dr. Willem van der Ham, met medewerking van Prof. Gerard van de Ven, een deelstudie uitgevoerd, waarin de belangrijkste rivierverbeteringstudies uit de afgelopen twee eeuwen geïnventariseerd zijn, en de rivierkundige argumenten uit de discussies verzameld zijn.

Deze deelstudie heeft een boeiend rapport opgeleverd, met veel citaten over dijkverhoging versus rivierverruiming, de inzet van retentiegebieden en groene rivieren met een soms verbazingwekkende actualiteit. 

Klik hier voor het rapport.